Het
voorkomen en bestrijden van armoede- en schuldenproblematiek is voor het
kabinet van meet af aan een belangrijke prioriteit geweest. De economisch zware
tijden bij de start van het kabinet gaven daar alle aanleiding toe: de crisis
liet sporen na in de financiële positie van de Nederlandse huishoudens.
Arbeidsparticipatie
en koopkracht
Om
mensen met armoede- en schuldenproblematiek te helpen heeft het kabinet gewerkt
aan het verhogen van de arbeidsparticipatie en het verbeteren van de
koopkracht. Verder heeft het kabinet extra middelen beschikbaar gesteld
waaronder een structureel bedrag van 100 miljoen euro per jaar om de kansen
voor kinderen in armoede te verbeteren. Daarbij heeft de staatssecretaris,
samen met een aantal maatschappelijke organisaties, maatregelen genomen om de
gemeentelijke schuldhulpverlening te verbeteren. Een onderdeel daarvan is een
ambitieus kennis-, innovatie en professionaliseringsprogramma voor
professionals in de schuldhulpverlening.
Samenwerking
tussen ministeries
Daarnaast
heeft het kabinet in de afgelopen periode belangrijke stappen gezet bij het
tegengaan van schuldenproblematiek. Een intensieve samenwerking tussen
verschillende ministeries heeft onder meer geleid tot de Rijksincassovisie, een
beslagregister voor gerechtsdeurwaarders, de Wet vereenvoudiging beslagvrije
voet en het breed wettelijk moratorium.
Armoede
daalt
De
toekomstperspectieven zijn gunstig. Onlangs berekende het Sociaal en Cultureel
Planbureau (SCP) dat de daling van armoede, na jaren van stijging, vanaf 2014
in gang is gezet. Dat komt deels door de aantrekkende economie en deels doordat
het inkomensbeleid van het kabinet zijn vruchten afwerpt. Volgens het SCP zal
de armoede de komende jaren verder dalen. Inzet op het gebied van armoede- en
schuldenbeleid blijft evenwel nodig. In de kamerbrief informeert de
staatssecretaris over een aantal andere actuele ontwikkelingen.